Stimuleren van taalexperimenten
Bij Hogeschool Rotterdam was van 2018 tot 2023 ruimte voor docenten om te experimenteren met taal in hun onderwijs. In WERKplaats Taal kregen docenten de tijd en de ondersteuning om te onderzoeken op welke manier zij taalonderwijs kunnen aanbieden bij hun eigen opleiding en om hiermee te experimenteren. Het doel van WERKplaats Taal was om de manier te verbeteren waarop in de opleiding gewerkt wordt aan de taalvaardigheid van studenten. In 2019 is praktijkonderzoek gedaan naar de ervaringen van deelnemers aan WERKplaats Taal.
Door bij deelnemers van WERKplaats Taal te onderzoeken welke activiteiten zij ondernemen en welke succesfactoren en belemmeringen zij ervaren, krijgen we beter inzicht in de manier waarop er in de praktijk gewerkt kan worden aan taalbeleid. Daar kunnen andere opleidingen van leren. Bovendien kunnen de succes- en faalfactoren bijdragen aan een verbetering van de projectorganisatie, zowel voor WERKplaats Taal als voor andere onderwijsinnovatieprojecten.
Resultaten en evaluatie
Opbrengsten van deelname aan WERKplaats Taal, naast persoonlijke leerwinst, zijn vaak het inbedden van taal in het curriculum en het vergroten van betrokkenheid van collega’s bij de taalvaardigheid van studenten. Het is vanuit de ervaringen van deelnemers aan WERKplaats Taal echter minder duidelijk in hoeverre hun acties en de opbrengsten deel uitmaken van een set strategische en bewust geplande acties (= taalbeleid).
Deelnemers aan WERKplaats Taal opereren vaak op praktisch niveau en werken ook op dat niveau samen met andere betrokkenen, zoals mede-taaldocenten. Bij enkele deelnemers is een beweging zichtbaar richting het tactische niveau. Zij beschrijven dat ze een nieuwe rol hebben binnen het team, die zich bijvoorbeeld richt op het koppelen van taalontwikkeling aan vakinhoud of op het enthousiasmeren van collega’s. Deze rol is echter nog niet geformaliseerd.
Op tactisch en strategisch vlak wordt vooral samengewerkt met het oog op goedkeuring en steun voor de plannen. Van de activiteiten die deelnemers aan WERKplaats Taal uitvoeren, komt ‘samenwerking’ het vaakst voor. Daarnaast gaat het om activiteiten gericht op de (eigen) professionalisering en het ontwikkelen van onderwijs. Projecten binnen WERKplaats Taal zijn ook vaak ontwikkelprojecten. Activiteiten die we daardoor minder vaak hebben teruggezien zijn bijvoorbeeld de professionalisering en facilitering van collega’s bij de uitvoering van het project of het evalueren en bijstellen ervan.
Aanbevelingen uit de literatuur die we niet of nauwelijks terug hoorden komen, waren bijvoorbeeld evalueren, vertrekken vanuit een probleemanalyse en inzetten op een olievlekwerking. Vergeleken met eerder onderzoek naar project Taal en Studiesucces werden nu te krappe facilitering en een gebrek aan kennis minder als belemmering ervaren.
Succesfactoren en aandachtspunten
Samenwerking was een belangrijke succesfactor: deelnemers gaven aan veel te hebben aan medewerking en betrokkenheid van collega’s. Om die te krijgen, probeerden ze zich ondersteunend en concreet op te stellen.
Daarnaast werd steun vanuit tactisch/strategisch niveau als succesfactor beschouwd. Om die steun te vergroten vonden deelnemers het succesvol om hun plannen te onderbouwen. Ook was het succesvol om de plannen haalbaar en passend vorm te geven.
De beschikbaar gestelde tijd en de vrijheid om het project zelf vorm te geven.
Eigen enthousiasme voor het project, tot slot, was een belangrijke voorwaarde voor succes.
Belemmeringen die deelnemers ervaarden hadden veruit het vaakst te maken met tijd. Andere prioriteiten stellen, een te vol takenpakket hebben of een geen realistische planning hanteren waren daar de oorzaken voor. Een verwante belemmering was dat collega’s niet voldoende tijd hadden om betrokken te zijn bij de projecten.
Andere belemmeringen waren ontwikkelingen in de organisatie, een gebrek aan steun en betrokkenheid en persoonlijke omstandigheden.
Tot slot ervaarden sommige deelnemers de geboden vrijheid als belemmering.
Relevante literatuur
Baldauf, R. B. (2005). Language Planning and Policy: an overview. In E. Hinkel, Handbook of Research in Second Language Teaching and Learning (pp. 957-970). Mahwah: Lawrence Erlbaum.
Daems, F., & Van der Westen, W. (2008). Doorlopende leerlijn taal? Dan ook in het hoger onderwijs! Conceptuele uitgangspunten voor een taalbeleid in het hoger onderwijs. In S. Vanhooren, & A. Mottart, Tweeëntwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands (pp. 100-104). Gent: Academia Press.
Fenton-Smith, B., & Gurney, L. (2016). Actors and agency in academic language policy and planning. Current Issues in Language Planning, 17(1), 72-87.
Herelixka, C., & Verhulst, S. (2014). Nederlands in het hoger onderwijs: een verkennende literatuurstudie naar taalvaardigheid en taalbeleid. Nederlandse Taalunie.
Jeurissen, R., Quanten, E., & Van den Bossche, H. (2010). Mol, uil of libel … drie stadia in een taalbeleidsproces. In D. Van Hoyweghen, Naar taalkrachtige lerarenopleidingen: Bouwstenen voor taalbeleid (pp. 129-169). Mechelen: Plantyn.
Kaplan, R. B., & Baldauf, R. B. (1997). Language Planning from Practice to Theory. Clevedon: Multilingual Matters.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. (2017). Nederlands en/of Engels? Taalkeuze met beleid in het Nederlands hoger onderwijs. Amsterdam: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Liddicoat, A. J. (2016). Language planning in universities: teaching, research and administration. Current Issues in Language Planning, 17(3-4), 231-241.
Nederlands / Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs. (2019). 7 aanbevelingen. Opgehaald van Kennisdeling Taalbeleid: https://www.kennisdelingtaalbeleid.org/7-aanbevelingen/
Raad voor de Nederlandse Taal en letteren. (2015). Vaart met taalvaardigheid: Nederlands in het hoger onderwijs. Nederlandse Taalunie.
Van den Branden, K. (2004). Taalbeleid: een hefboom voor gelijke onderwijskansen? School en Samenleving, 5, 49-66.
Van den Branden, K. (2010). Taalbeleid in het hoger onderwijs. In E. Peeters, & T. Van Houtven, Taalbeleid in het hoger onderwijs: de hype voorbij? (pp. 213-223). Leuven: Acco.
Van den Heuij, K., Huysmans, R., Van Ree, E., Westheim, I., & Wertenbroek, E. (2018). Vohbo: aan de slag met taalbeleid! Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.
Van Gorp, K., & Verheyden, L. (2003). Taalbeleid op school: hoe begin je eraan? Vonk, 33(2), 3-17.
Van ’t Wout, N., & Veenman-Verhoeff, C. (2020). Eindrapportage Monitor Taal en Studiesucces. Evaluatie van acht projecten binnen Hogeschool Rotterdam. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.
Wertenbroek, E., Cornelisse, M., Engelsman, M., Van den Heuij, K., Huysmans, R., De ZeeuwOprel, R., . . . Smeman, M. (2016). Vo-hbo: dat is andere taal! Rotterdam: Hogeschool Rotterdam.