De communicatief competente professional in de ogen van managers

Een kwalitatieve exploratie als input voor curriculumontwikkeling

Om opleidingen houvast te bieden bij het opstellen van de communicatieleerlijn had het lectoraat Human Communication Development van de FEM eerder al een conceptueel kader ontwikkeld. Tijdens het opstellen van de communicatieleerlijn, bleek dat een aantal opleidingen behoefte had aan gestructureerde input vanuit het werkveld om beter een beroepsgerichte invulling te kunnen geven aan het communicatie-onderwijs. Daartoe heeft het lectoraat in vier beroepsdomeinen (Accountancy, Communicatie, hbo-rechten en Logistiek & Economie) deelstudies uitgevoerd naar wat leidinggevenden verstaan onder een communicatief competente professional, met als doel om de opleidingen te kunnen adviseren over een beroepsgerichte invulling die past binnen de kaders van het hoger onderwijs.

Vraagstelling

De onderzoeksvraag luidt: wat verstaan leidinggevenden onder een communicatief competente professional?

De volgende deelvragen staan daarbij centraal:

  • Wat houdt het communicatieve gedeelte in van de werkzaamheden van een beginnende hbo-professional?
  • Welke genres hanteert de beginnende hbo-professional daarbij?
  • Welke kwaliteitseisen stelt het beroepenveld aan de communicatie van de beginnende hbo-professional?
  • Welk belang hechten leidinggevenden aan competent communiceren?

Relevantie voor taalbeleid en –praktijk

De praktijkverkenning geeft duidelijk het belang aan van een communicatief competente professional, wat maakt dat communicatieonderwijs een betekenisvolle plek verdient in het curriculum. Daarbij dienen zich in ieder geval drie aspecten aan. Wat communicatieonderwijs betekenisvol maakt, is dat een student beschikt over een breed repertoire aan genres en daarin zelfstandig keuzes kan maken, met een goede balans tussen het vastleggen van een noodzakelijke ondergrens en de ambitie om bewust strategisch communicatief te handelen. Het tweede aspect betreft een passende plaats van het communicatieonderwijs in het curriculum, met een aanbeveling om niet alleen zelfstandige modules te hanteren maar dit ook structureel in een leerlijn te integreren. Ten derde blijkt het belang van ruimte voor de student zelf om zelfstandig keuzes te maken, zodat er kans is op kritische reflectie op zichzelf en anderen, door feedback te ontvangen en te geven. Tot slot verrijkt de combinatie van deze relevante perspectieven (onderwijskundig, inhoudelijk, beroepsgericht) de discussie over de vormgeving van communicatieonderwijs in hoger beroepsopleidingen.

Resultaten en conclusies

Leidinggevenden noemen een groot aantal verschillende eisen die het brede spectrum van het communicatief handelen betreffen. Uit de eisen kan worden geconcludeerd dat leidinggevenden niet alleen tekstvakmanschap belangrijk vinden: starters moeten ook strategische overwegingen kunnen maken waarbij situatiebewustzijn van de ander, het proces en zichzelf van belang zijn. Hoewel beginnende assistent-accountants minder genres hanteren in hun werk dan de starters uit andere beroepsdomeinen, stellen hun leidinggevenden niet minder eisen dan de leidinggevenden van de andere beroepsdomeinen. Het is evident dat de leidinggevenden communiceren een belangrijke competentie vinden. Dit blijkt vooral uit de consequenties die zij aangeven als een starter niet voldoet aan de gestelde eisen. Bijna alle leidinggevenden geven aan dat als een starter niet voldoet aan de gestelde eisen op het gebied van communiceren, dit negatieve consequenties heeft voor de carrièreontwikkeling van de logistieke starter en voor de organisatie.

Methode

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is een verkennende praktijkstudie uitgevoerd. Er zijn semi-gestructureerde interviews afgenomen met leidinggevenden van beginnend beroepsbeoefenaars die werkzaam zijn in beroepsdomeinen die aansluiten bij de vier opleidingen: accountancy, communicatie, hbo-rechten en logistiek. In aanvulling op de interviews is een documentanalyse uitgevoerd met als doel de geldigheid van de onderzoeksresultaten te vergroten. Bij elk interview is daarom gevraagd naar de functiebeschrijvingen en beoordelingsdocumenten die hoorden bij de functie van de starter, voor zover de organisatie daarover beschikte. De combinatie van interviews en aanvullende documenten werd voor de vier beroepsdomeinen open gecodeerd door een team van onderzoekers.

Relevante literatuur

Een uitgebreide literatuurlijst is te raadplegen in het artikel.

Documenten