Leerlijn taalvaardigheid in de politieke wetenschappen

In de Politieke Wetenschappen werkt men aan taalvaardigheid binnen de leerlijn Samenwerken en Communiceren. In de opleiding wordt gradueel gewerkt aan de vier taalvaardigheidsdomeinen: schrijven, spreken, lezen en luisteren.

Binnen de opleiding Politieke Wetenschappen is er aandacht voor een brede taalvaardigheid in een academische context. Er wordt rekening gehouden met drie componenten van taalvaardigheid: attitude, taalcognitie en taalvaardigheden (VLIR, 2016).

In de opleiding wordt gradueel gewerkt aan de vier taalvaardigheidsdomeinen: schrijven, spreken, lezen en luisteren. Dit wordt geëxpliciteerd in een doordachte en opleidingsbreed gedragen leerlijn Samenwerken en Communiceren. Opdrachten, leermethoden, feedback en evaluatie zijn ondergebracht in een overzicht.

Studenten worden begeleid om onder meer de volgende taaldoelen te realiseren: structureren, goed interageren tussen bronnen en vaardigheden, logisch argumenteren, een correct register en abstract taalgebruik hanteren.

De docenten zijn bekend met een taalontwikkelende didactiek. Ze hebben oog voor een taalkrachtige leeromgeving binnen het reguliere curriculum. Daar hebben alle studenten baat bij, ongeacht hun starttaalvaardigheid. De aanpak sluit aan bij een sociaal-constructivistische visie op onderwijs.

Resultaten en evaluatie

Er is regelmatig overleg tussen docenten, talenbeleidsmedewerkers en pedagogen. Ook met de reacties van studenten wordt rekening gehouden. Op basis daarvan wordt de leerlijn bijgesteld en worden taaltaken aangepast.

Succesfactoren en aandachtspunten

    1. De leerlijn is organisch gegroeid en bottom-up verder uitgewerkt. Het proces blijft gaande, waardoor kan worden bijgestuurd.
    2. De leerlijn werd verder geïmplementeerd in samenspraak met de betrokken docenten, pedagogen en experten academisch Nederlands.
    3. De leerlijn is geëxpliciteerd in een schema met concrete opdrachten, leermethoden, feedback en evaluatie.
    4. Werken aan taalvaardigheid wordt duidelijk gradueel opgebouwd gedurende de opleiding.
    1. Wat met hiaten of een beperktere invulling van taalvaardigheid in bepaalde opleidinsgsfasen?
    2. Hoe kan de aandacht voor taalvaardigheid bij de verschillende docenten (vb. bij begeleiding bachelor- of masterproef) nog meer aangescherpt worden, met respect voor de autonomie van elke docent?
    3. Wat is de inbreng van studenten? Op welke manier worden ze bevraagd naar waar en wanneer in de opleiding taalvaardigheid belangrijk is?

Relevante literatuur

Leuridan, A. (2017), Talenbeleidsnota: de UGent-visie op academische taalvaardigheid, Gent.

Documenten