Taalbuddyproject ‘Samen thuis komen in taal’

In de opleiding Bachelor Pedagogie van het jonge kind wordt vertrokken van de talige sterktes van elke
student. Studenten zijn zowel taalgever als taalontvanger en coachen elkaar om te werken aan hun
talige competenties. Via een digitale ondersteuningstool, ‘het digitaal taalhuis’, werken studenten
samen aan taaldoelen, zoals structureren, geargumenteerd schrijven en direct en actief schrijven.

In de opleiding Bachelor Pedagogie van het jonge kind werd bewust geen Nederlands in het curriculum. Taal is echter een belangrijke speler in het verhaal van studiesucces en studierendement. Daarom werd 1 jaar na de start van de opleiding een taalcoach ingezet. Door de groei van de opleiding, maar vooral door het geloof in de eigen taalkracht van de studenten, evolueerde de individuele taalcoaching naar een taalbuddyproject met de titel ‘Samen thuis komen in taal’.

In ‘Samen thuis komen in taal’ wordt er gewerkt aan 5 doelstellingen.                                                                             Een eerste is ‘Iedereen taalcompetent’. Er wordt vertrokken van de talige sterktes van elke student. Studenten staan elkaar bij en kunnen zo de nodige motivatie vinden om aan de slag te gaan met de taalwerkpunten. De tweede is ‘Iedereen coach’. Studenten zijn zowel taalgever als taalontvanger. Een derde doelstelling is ‘Tijds- en plaatsonafhankelijk ondersteunen’. Er wordt ingezet op de eigen taalkracht en de taalcoaching van peers. Daarom wordt binnen het project een grote mate van autonomie voorzien voor studenten. Zo wordt alle materiaal aangeboden via een digitale ondersteuningstool. Een vierde doelstelling is ‘duurzaamheid’. De digitale ondersteuningstool bestaat uit materiaal helemaal op maat van de opleiding. Zo ondersteunen studenten elkaar met taken. Een vijfde en laatste doelstelling is ‘waardering’. Oefenen in waarderend coachen is een mooie extra in dit taalbuddyproject.

Het digitaal taalhuis werd door de taalcoach en een 42-tal studenten ontwikkeld. De aangeboden taalondersteuning sluit onmiddellijk aan bij de ervaren taalnoden. Dit maakt dat er gericht wordt gewerkt (taalsucces) en er ook een grote motivatie is bij de studenten om het digitaal huis ‘binnen’ te gaan. Er werden 10 taalkamers ontwikkeld. Iedere taalkamer beschikt over een theoretisch kader datde studenten doornemen. Vervolgens nemen de studenten samen detaalreflectievragen door. Zo kunnen ze elkaar beter en efficiënter coachen. Daarna worden er telkens oefeningen met eventuele correctiesleutel aangeboden. De studenten kiezen zelf welke oefeningen ze doornemen en welke niet. Iedere taalkamer eindigt met een kleine zelfevaluatieopdracht. Wat nemen ze nu mee uit deze taalkamer voor hun eigen taalcompetentie?

De taaldoelen die met dit project worden nagestreefd, komen overeen met de tien taalkamers:

1 Structureren: Hoe begin je aan een tekst? Hoe kun je een tekst goed opbouwen zodat de lezer je verhaal duidelijk kan volgen?

2 Correcte en aantrekkelijke zinnen: Wat is schrijftaal? Wat is spreektaal? Hoe kunnen we aantrekkelijke en correcte zinnen schrijven zonder constant in herhaling te vallen?

3 Direct en actief schrijven: Hoe maak ik mijn tekst/examenantwoord korter zonder de essentie te verliezen?

4 Expressie: Hoe kunnen we speelse zinnen schrijven? Hoe kunnen we intonatie, mimiek en drama inzetten om ouders en kinderen te boeien? Hoe kunnen we meer durven?

5 Geargumenteerd schrijven: Hoe kunnen we onze standpunten tekstueel duidelijk maken? Wat zijn goede argumenten en hoe moeten we op een correcte manier refereren?

6 Werkwoorden: D of T? Verlos ons!

7 Die-dat: Help ons uit die nood!

8 Correcte woordkeuze: Hoe kunnen we dezelfde boodschap op een andere, meer inspirerende en rijkere manier verwoorden?

9 Structuuraanduiders: Waarom zouden we deze schrijven? Wanneer zijn ze nodig in de tekst?

10 Mailetiquette: correcte, aantrekkelijke maar toch zakelijke mails kunnen schrijven.

 

Resultaten en evaluatie

Tijdens het ontwerpjaar kwamen de studenten een paar keer samen. Wat werkt en wat werkt niet? Wat hadden de studenten liever anders gezien? In één van de oefeningen kiest detaalbuddygroep voor een doorlopen taalkamer en geeft daarbij gericht bloemen (onderdelen die ondersteunend zijn, die prikkelend zijn, die goestinggevend zijn, die leuk zijn…) en lampen (onderdelen die minder ondersteunend zijn of gemiste onderdelen, onderdelen die niet prikkelend zijn of eerder storend werken…).

Enkele gegeven pluspunten – vanuit notities studenten

  • In de filmpjes worden de regels duidelijk uitgelegd.
  • Veel oefeningen, veel keuze.
  • Je kan de oefeningen twee keer maken, tweede kans dus bij fout.
  • Handig in gebruik.
  • Aantrekkelijke aankleding. Leuk dat het een echt huis is!
  • De student heeft zijn eigen leerproces in handen. Vb. je kiest welke kamer je doet, of je de kamer wel doet, welke oefeningen, wanneer ze je maakt…
  • Taalreflectievragen zijn persoonlijk geformuleerd, soms met leuke weetjes. De vragen doen nadenken waarom het wel of niet lukt.
  • Fijn dat er soms meerdere manieren zijn om de theorie door te nemen: filmpje of tabel of lijnboek…
  • Goed dat we actief aan de slag moeten bij ‘Wat neem ik mee?’
  • Goed dat we een voorbeeldreflectie hebben (good practices)

Gegeven aandachtspunten– vanuit notities studenten

  • Er mogen nog meer linken gemaakt worden met de taken die we moeten doen (pragmatische insteek – return on investment).
  • Het zou leuker zijn mocht de correctiesleutel niet zo dicht bij de oefeningen staan. Motiveert minder als je ook al de oplossingen ziet.
  • Doordat er geen afgesproken tijdspad is en er geen deadlines zijn, is het soms moeilijk om samen te komen met de buddygroep.
  • Soms zijn de theoretische filmpjes te lang.
  • Nu is er weinig contact met de medestudenten doordat alles digitaal is. Het zou leuk zijn om een forum te hebben waar je je ervaringen kunt delen of vragen kunt stellen. Op die manier word je meer gemotiveerd om een nieuw werkmoment te plannen.
  • We weten niet hoe lang een taalkamer duurt. Het zou goed zijn om een tijdsinschatting te hebben per taalkamer. Doorlopen tijdsbalk.

Deze laatste info werd zeer ter harte genomen door de taalcoach en daar waar bijstellingen konden,werden ze verwezenlijkt. Zo heeft iedere taalkamer nu een zandlopertje met een geschatte tijdsinvestering, zijn de correctiesleutels verborgen onder linken, zijn er nog meer linken gemaakt met specifieke oefeningen vanuit de opleidingsonderdelen en zijn de filmpjes ingekort tot maximaal 7 minuten.

Een aandachtspunt is ongetwijfeld ook de ondersteuning die studenten toch nodig hebben bij dit project. De ervaring heeft dus geleerd om na de opstart bij het begin van het academiejaar, de studenten eens tussentijds samen te brengen in februari of maart. In juni wordt er nog een afsluitend moment georganiseerd. Dit is niet alleen naar de student toe maar natuurlijk ook naar de inhoudelijke finetuning van het taalhuis toe.

Succesfactoren en aandachtspunten

    1. Alle studenten geven aan dat ze baat hebben bij het taalhuis.
    2. De oefeningen zijn motiverend en opleidingsgebonden.
    3. Iedere student kan op eigen tempo en volgens eigen noden werken aan taal als middel tot studiesucces.
    4. Het docententeam heeft baat bij dit taalondersteuningsproject. Het project gaf in de opleiding een positieve boost en groei in geloof van mogelijkheden taalondersteuning voor taalkwestbare studenten.
    5. Docenten kunnen taalkwetsbare studenten doorverwijzen naar het taalhuis.
    6. Het digitaal taalhuis is innovatief op het vlak van: focussen op taal als motor voor studiesucces en maatschappelijk succes, digitale ondersteuning voor coaching, werken in buddygroepen van complementaire taalgevers en taalontvangers.
    7. Het project is inspirerend voor organisaties die tijds-plaats-persoons onafhankelijke ondersteuningstrajecten willen aanbieden in functie van duurzaamheid, autonomie en zelfsturing en efficiënt omgaan met middelen.
    8. Een tool op maat die het geloof in de groei van jongeren als vertrekpunt neemt.
    1. Studenten geven aan dat het ontbreken van een tijdspad en deadlines maakt dat de taalbuddygroepen niet aangemoedigd worden om samen te komen.
    2. Studenten missen een forum om ervaringen te delen of vragen te stellen.
    3. Een aandachtspunt is de ondersteuning die studenten toch nodig hebben bij dit project. De ervaring heeft dus geleerd om de studenten eens tussentijds samen en een afsluitend moment te organiseren. Dit draagt ook bij aan de inhoudelijke finetuning van het taalhuis ten goede.

Relevante literatuur

/

Documenten